Over energie gesproken

Ik was door partner van Pharos, Platform 31, en door de gemeente Schiedam, uitgenodigd om mee te denken over de koppeling van het thema gezondheid aan de energietransitie. Zo’n dertig mensen uit twee totaal verschillende werelden in een hippe tent in Utrecht.

Na wat aftrappen over beide onderwerpen (waarbij de ene helft bij de ene presentatie driftig zat mee te schrijven, en de andere bij de andere) gingen we in groepjes uiteen. En als iedereen van zichzelf vindt dat ie in het leukste groepje zit, dan weet je dat je goed zit. Wat me opviel waren de verschillen in taalgebruik en achtergrond, maar vooral de gedeelde betrokkenheid bij wat het zou doen met mensen zelf, als hun huis en buurt overhoop gehaald wordt. Met name in gebieden waar veel woningen in bezit zijn van de woningcorporaties treffen we bewoners aan die minder digivaardig zijn, en minder snel aanhaken bij traditionele manieren van inspraak, gemiddeld jaren korter leven dan mensen met een hoger inkomen en hogere opleiding, en eerder en meer last hebben van gezondheidsproblemen.

Waar ligt de winst?

We hadden gesprekken over ruimte die het in huis oplevert, gezondheidswinst als de lucht in huis beter is en mogelijkheden en kansen die er zijn voor aanpassingen in de buurt zelf. Meer groen, ondergrondse vuilniscontainers, aanpassingen in het openbaar vervoer, ensteeds weer opnieuw: hoe betrek je mensen bij al deze stappen. Hoe neem je ze mee zodat de veranderingen ook verbeteringen in hun leven zijn? Waar ligt de winst?

In Schotland stelde men zich de vraag: “Are we having the right conversations with the right people at the right time to change things for the better?”. Met die vraag in gedachten is de Place Standard ontwikkeld, door ons naar Nederland gehaald en omgedoopt tot Leefplekmeter. Een instrument waarmee je met bewoners in gesprek kan gaan over hun omgeving aan de handvan verschillende thema’s als spelen, inspraak, wonen, werk, faciliteiten in je buurt en waar je trots op bent in je omgeving. (Dat laatste is overigens iets wat je ook terug hoort in het verhaal van de burgemeester van Mechelen, mocht je naar onze studiedag komen op 13 november.) Naast mij stond een stadspsycholoog, die me vertelde de Leefplekmeter zeer regelmatig te gebruiken. Laagdrempelig, het levert veel input op en mensen worden echt aangesproken op hun kennis en beleving van hun eigen omgeving; hij was er blij mee (en ik dus ook!). En goed om te weten dat al deze thema’s directe of indirecte voorwaarden zijn voor gezondheid. Dat gaat dus verder dan de individuele keuzes (voor zover ze een keuze hebben) van mensen om al dan niet te sporten of twee ons groente per dag te eten, maar basiszaken als het hebben van werk, prettige woonomstandigheden en toegang tot zorg- en andere voorzieningen, om maar wat te noemen. En ook daar kan vanuit de ruimtelijke sector aan bijgedragen worden.

Het begin van een traject

Deze sessie was nog maar een begin van een traject, en de totale input moet, onder leiding van Platform 31, Nyenrode en de gemeenten Groningen, Utrecht en Schiedam, leiden tot een inspiratieboek voor meer gemeenten. Ik ben benieuwd waar jullie aan denken als je denkt aan de termen “energietransitie” en “gezondheid”. En of je net als wij ook energie krijgt van de kansen die er zijn.