Praktijkvoorbeeld - 7 juli 2021

Kinderen Schouwen-Duiveland in beweging met buurtsportcoaches

“We merkten dat de bewegingsvaardigheden van de kinderen op Schouwen-Duiveland ten opzichte van landelijk heel slecht zijn”, vertelt Ronald van Dongen. Als regisseur van Vitaal Schouwen-Duiveland sprak hij daarom met scholen. Het resultaat? Acht scholen in de gemeente investeren in buurtsportcoaches om de kinderen meer en beter aan het bewegen te krijgen. “Met de inzet van buurtsportcoaches op de scholen is meer bewegen wel haalbaar.”

Vitaal Schouwen-Duiveland is het sportgezondheidsprogramma van de gemeente. Het programma richt zich op sportieve en gezonde activiteiten, welzijn, meedoen in de samenleving, leefbaarheid, plezier en educatie. De buurtsportcoaches van Vitaal Schouwen-Duiveland worden op scholen ingezet om het bewegingsonderwijs te verbeteren. Een buurtsportcoach kan werken als vakleerkracht, pauzesport verzorgen, gezonde activiteiten zoals voedingslessen en schoolfruit coördineren en sportieve activiteiten organiseren zoals sportdagen en de Koningspelen.

Voor gymles met de bus

“We willen de gezondheid verbeteren door zo vroeg mogelijk kinderen te helpen om beweegvaardigheden te ontwikkelen”, vertelt Ronald. De bewegingsachterstanden van de kinderen op Schouwen-Duiveland is deels te verklaren door het sluiten van kleine gymzalen in dorpen. “Dat betekent dat kinderen voor gymles met een bus of per fiets naar de sportaccommodatie moeten. Ze zijn dan vaak een hele ochtend of middag op weg voor één gymles.” Veel scholen kiezen daarom voor één (langere) gymles per week in plaats van twee keer, zoals landelijk voorgeschreven.

“De gemeente heeft geen budget om de gymzalen weer te openen. Daarom keken we naar een andere manier om het bewegingsonderwijs te verbeteren. Nu zetten we in op meer aandacht aan bewegend leren of buitenonderwijs.” Met buurtsportcoaches kunnen scholen bijvoorbeeld meer gebruik maken van bewegend onderwijs in de pauze.

GIDS

Om gezondheidsverschillen terug te dringen bundelt Schouwen-Duiveland de GIDS-gelden met gelden van het sportakkoord, preventieakkoord en de deskundigheid van JOGG. De gemeente zet zo niet alleen in op het onderwijs, maar ook op de sociale en fysieke omgeving van sportverenigingen, evenementen, openbare ruimte en dorpsvisies. GezondIn-adviseur Annelies Acda is regelmatig in gesprek met de gemeente. “Het interessante aan deze aanpak is dat de scholen ZELF investeren en inzetten op de gezondheid van hun leerlingen. Mooi hoe deze beweging is aangejaagd door creatief te kijken naar de financiering ervan. De gemeente gaat voor gedeeld eigenaarschap bij volksgezondheidsthema’s. En laat die aansluiten bij hun bredere lokale aanpak.“ Bestuurlijk draagvlak ziet zij ook in de deelname van wethouder Ankie Smit bij de wethoudersgroep GezondIn. Dit is een bevlogen groep wethouders die met ons meedenkt over de inhoud van het programma GezondIn.

Keuze uit twee opties

In samenwerking met het basisonderwijs heeft Schouwen-Duiveland twee constructies opgezet:

  1. De school stelt een eigen vakleerkracht bewegingsonderwijs aan. De school betaalt een derde van de kosten, de rijksoverheid betaalt een derde en de gemeente betaalt een derde.
  2. De school huurt zelf een buurtsportcoach in. Dan betaalt de school tweederde van de kosten en de rijksoverheid een derde.

Ronald van Dongen: “Wij willen mede-eigenaarschap en structurele betrokkenheid vanuit het onderwijs en belonen dit ook. Daarom ontvangt een school een extra gemeentelijke bijdrage als zij zelf een vakleerkracht aanstelt (optie 1) en alleen een bijdrage van de rijksoverheid als zij een vakleerkracht inhuurt (optie 2).”

De gemeente wil dat de scholen meedoen aan de vijf hoofdactiviteiten: bewegingsvaardigheden, vitale school-activiteiten, sportieve activiteiten, testen en meten, en aanpak bewegingsachterstand. Daarbij kunnen scholen ook kiezen voor subactiviteiten, zoals naschoolse sport. De buurtsportcoach kan clinics koppelen aan scholen en treedt op als intermediair richting het Jeugdfonds Sport en Cultuur voor ouders met weinig geld. Er is een samenwerking met Natuur en Milieu Educatie voor voedingseducatie en buitenactiviteiten; ook ondersteunen de coaches JOGG-activiteiten, zoals de drinkwater-campagne.

Wat ging goed

Deze aanpak van bewegingsachterstanden is samen met het basisonderwijs ontwikkeld. Ronald van Dongen bezocht alle scholen. “Ik ben individueel het gesprek aangegaan. Dat was heel waardevol. Ik heb achttien gesprekken gehad en heb ook achttien keer mijn presentatie kunnen wijzigen. Na afloop hadden we een document waar alle basisscholen achter stonden.” Scholenkoepel Radar (met vijf scholen) sloot als eerste aan. “Inmiddels zitten we op acht scholen. We proberen elk jaar meer scholen aan te laten haken.”

Om de voortgang te volgen is testen en meten verplicht. Scholen doen mee aan de Zeeuws Brede Screening (MQ-scan en het Beweeg ABC). Hiermee worden twee keer per jaar de motorische vaardigheden en één keer per jaar het beweeggedrag en voedingspatroon van kinderen in kaart gebracht. Deze inzichten gebruikt de gemeente om samen met de scholen een specifiek aanbod op te zetten. Vitaal Schouwen-Duiveland biedt verschillende ondersteuningsmogelijkheden, zoals de aanpak van overgewicht, en sportparticipatie. Voor opvolging van kinderen waar het beter kan gaan zijn het  mrt-netwerk, de kinderfysio en de jeugdverpleegkundige betrokken.

Wat ging minder goed

Samenwerken blijkt in de praktijk moeilijk. “We hebben in Zeeland overal bruggen, maar eigenlijk zijn we een eilandje. Samenwerken is toch vaak moeilijk. In dorpen zelf zie je wel dat partijen met elkaar willen samenwerken. Maar tussen dorpen samenwerken is moeilijker.”

Tips

  • Lokaal maatwerk is heel belangrijk. We zeggen als gemeente niet wat de buurtsportcoach moet doen. We willen participatie en draagvlak van beide kanten. Scholen geven zelf aan hoe ze de coach willen inzetten, als het maar past binnen de hoofdactiviteit.
  • We bespreken de data met school en de JGZ-verpleegkundige. Als blijkt dat een school achterloopt met fruit eten, ontbijt en sportparticipatie, werkt de school zelf uit wat ze oppakken. Daar moeten ook leerlingen en ouders bij betrokken worden. Als fruit eten het belangrijkst is, kijken we hoe we daar subsidie voor kunnen aanvragen.

Het is belangrijk dat zoveel mogelijk scholen meedoen en dat zij het zelf invullen. Wij leveren de data en dan nemen we gezamenlijk een beslissing. We willen zoveel mogelijk partijen erbij betrekken en ze zelf laten beslissen.

Foto: Marieke Mandemaker