Blog door Annette Duivenvoorden

Inspireren en werken aan Gezondheid en Ruimte

Hoe krijg je sociale en fysieke ambities met elkaar vervlochten, wat moet je doen en waar stuur je op? En, hoe richt je je pijlen op de mensen met de grootste gezondheidsachterstanden en op de wijken of dorpen waar zij wonen? Vanuit GezondIn (Platform31 en Pharos) is een leerkring en inspiratieboek ontwikkeld over ruimtelijke ontwikkeling en het terugdringen van gezondheidsachterstanden. Tijdens de Inspiratiebijeenkomst Gezondheid & Ruimte op 18 mei 2018 werd het inspiratieboek gelanceerd samen met de Leefplekmeter, een instrument om met inwoners in gesprek te gaan over hun leefplek. In dit blog vertellen Annette Duivenvoorden en Annelies Acda er meer over. 

Waarom een inspiratieboek?

Het was het juiste moment voor een inspiratie- en werkboek. Het fysieke domein sloot Het jaar van de ruimte in 2015 af met twee boodschappen: zorg bij ruimtelijke investeringen voor een gezonde leefomgeving en werk samen aan de woon- en leefomgeving (dit vanuit het principe van gedeelde opgaven). Ook werd een jaar later gezondheid toegevoegd aan de Omgevingswet, waardoor deze aanknopingspunten biedt om gezondheid als thema in de visieontwikkeling een plek te geven.

Vanuit het oogpunt van publieke gezondheid ontvangen 165 gemeenten GIDS-middelen (Gezond In De Stad) om gezondheidsachterstanden terug te dringen. Het stimuleringsprogramma GezondIn adviseert gemeenten bij de inzet van deze middelen. Een integrale aanpak op verschillende domeinen waaronder fysieke leefomgeving is daarbij een voorwaarde voor succes. De aanpak op dit thema verschilt sterk in de 165 GIDS-gemeenten en is onderbelicht.

Pharos en Platform31 ontwikkelden in samenwerking met het RIVM een leerkring om met gemeenten samenhang tussen de domeinen te ontwikkelen. Hoe maken zij dit concreet? Deelnemers aan de leerkring waren duo’s uit de domeinen sociaal en fysiek. Gaandeweg ontstond het idee om de inhoud van de leerkring, werkvormen en de praktijkervaringen in gemeenten te bundelen in een inspiratie- en werkboek.

Drie strategieën voor verbinding

We wilden een praktisch boek maken voor gemeentelijke beleidsontwikkelaars met praktijkvoorbeelden, handige instrumenten en werkvormen. De uitgave gaat breed in op het ‘samenwerken’ aan ruimte en gezondheid en het zelf ontwikkelen van een tussentaal hiervoor. Een taal uit een vakgebied is het communicerende geheel, het raamwerk, en bevat concepten. Daardoor is één woord in het eigen domein genoeg. Wanneer je gaat verbinden, moet je leren begrijpen hoe het andere domein functioneert. Samen moet je een eigen taal ontwikkelen, waarmee je focus kunt aanbrengen in de uitwerking.

Op basis van de praktijk in de leerkring-gemeenten en een aantal gemeenten die al vooruitlopen op dit thema, onderscheiden we drie strategieën voor het maken van de verbinding: gezondheid centraal, één gezondheidsthema voorop (denk aan bewegen of luchtkwaliteit) of ‘meekoppelen’ met niet-gezondheidsthema’s. Vervolgens hebben we per strategie opgehaald wat er voor aandachtswijken of lage SES-groepen expliciet is ontwikkeld.

Wat zijn belangrijke lessen?

Bestuurders zijn belangrijk voor een integrale aanpak: zij bepalen de ambitie en daarmee ook wat op uitvoerend niveau mogelijk is. Bestuurlijk draagvlak is dus van groot belang. Of het nu gaat om een volledig integrale benadering of om de samenwerking op deelterreinen.

Er is geen ‘wonder-aanpak’. Het ruimtelijk speelveld is complex en continu in beweging. De wijze waarop gezondheid in het ruimtelijk denken en beleid een plek krijgt, hangt sterk samen met lokale condities, problemen en mogelijkheden. Zoek daarom naar een realistische koers om tot een effectieve aanpak te komen. Koppel hier een leertraject aan en zorg voor voldoende participatie van inwoners en andere betrokkenen.

Tot slot: werk je vanuit gezondheid, dan komt de strategie van ‘meekoppelen’ mogelijk over als de ‘minste’ strategie. Toch kwam tijdens de leerkring iets ander naar voren. Tot nu toe speelde gezondheid vaak geen rol in de ruimtelijke ordening. Nu worden verbindingen gemaakt, en burgers zijn daarbij gebaat. Welk ambitieniveau haalbaar is, hangt af van de urgentie van het thema, de positie van gezondheid en de traditie van fysiek hoe om te gaan met het afwegen van belangen. Juist bij fysieke investeringen moet aan heel veel randvoorwaarden worden voldaan en worden tal van afwegingen gemaakt. De winst is dat gezondheid als belangrijk en kansrijk thema wordt gezien.

Leefplekmeter

Op de inspiratiebijeenkomst van 18 mei waren ook de Schotse ontwikkelaars van de Leefplekmeter om te vertellen over hun ervaringen. Het is een instrument om gestructureerd het  gesprek met bewoners en gebruikers over hun eigen omgeving, de leefplek aan te gaan. Aan de hand van 14 thema’s waaronder bewegen, identiteit, schoon-heel-veilig wordt aan allerlei aspecten van de fysieke en sociale leefomgeving een score gegeven. Wat lager scoort biedt aanknopingspunten tot verbeteringen. Deze Leefplekmeter geeft handen en voeten aan participatie. Het kan onderdeel zijn van een fysiek planningstraject en het betreft allerlei thema’s die raken aan gezondheid. Gemeente Terneuzen benutte de Leefplekmeter bij het participatietraject in de omgevingsvisie. Het vormde het vertrekpunt voor de visie.

Vanuit GezondIn willen we het gebruik van de Leefplekmeter graag volgen, kennis hierover delen en mogelijk doorontwikkelen. We willen het bovendien makkelijk bruikbaar maken voor de lagere SES-groep , bijvoorbeeld voor mensen met verschillende culturele achtergronden of laaggeletterden. Graag horen we de praktijkervaringen terug.