Praktijkvoorbeeld - 15 april 2022

Inclusief herstel na corona: Almelo werkt met lokale coalitie aan minder eenzaamheid

In Almelo werken lokale partners samen aan het verbeteren van de mentale gezondheid van inwoners en het verminderen van eenzaamheid. Dat doen ze vanuit de lokale coalitie ‘Kom Erbij’. Wethouder Eugène van Mierlo en initiatiefnemers van Kom Erbij Mariëlle Oosterhuis en Gert Mensink, vertellen hierover. En over hoe zij moesten improviseren tijdens coronaperiode.

Denkrichting: Geef extra aandacht aan mentale gezondheid

Dit is het tiende voorbeeld in een serie gebaseerd op de denkrichtingen. Hierin vind je suggesties voor de aanpak van gezondheidsachterstanden in en na de coronacrisis. Het verhaal van de gemeente Almelo gaat over extra aandacht geven aan mentale gezondheid. Er zijn sterke aanwijzingen dat de mentale gezondheid van veel mensen onder druk staat. Denk bijvoorbeeld aan alleenstaande geïsoleerde mensen, mantelzorgers, mensen die hun baan zijn verloren, ouderen maar ook jongeren. Zij hebben te maken met een toename van stress en angst en een vermindering van ontmoetingen. Onderzoek met welzijnsorganisaties, ggz en de wijkteams, hoe het sociale netwerk van individuen versterkt kan worden. En welke extra activiteiten kunnen worden ingezet om eenzaamheid te doorbreken en het welzijn van deze mensen te bevorderen.

Annelies Acda, adviseur GezondIn: “We weten steeds meer over de wisselwerking tussen stress en gezondheid. Het is goed om te zien hoe de gemeente Almelo een lokaal initiatief omarmt en ondersteunt – niet alleen omdat het past in het beleid, maar ook omdat de menselijke maat meetelt. Dat blijkt uit het verbreden van de groep mensen, de creatieve kijk op nieuwe partners en de manier waarop mensen zelf ook betrokken zijn.”

De coronacrisis heeft grote impact op het dagelijks leven en de gezondheid van mensen. De mentale en fysieke gezondheid staat extra onder druk, vooral bij mensen in een kwetsbare positie. Door Covid-19, maar ook door eenzaamheid, stress, en (dreigende) werkeloosheid. Gemeenten werken aan herstelbeleid. Zij zoeken daarin naar passende aanpakken, innovatie oplossingen en beleidslijnen om gezondheidsverschillen terug te dringen. Op basis van gesprekken met GIDS-gemeenten (wethouders, beleidsmedewerkers en professionals in de wijk) stelde GezondIn denkrichtingen op voor een inclusief herstel- en transformatiebeleid. Met deze serie praktijkvoorbeelden illustreren we elke denkrichting met een voorbeeld uit een gemeente. Deel 9: de gemeente Almelo over het geven van extra aandacht aan mentale gezondheid.

Extra aandacht voor mentale gezondheid

Toen van Mierlo in 2018 wethouder Zorg en Wmo werd kreeg hij cijfers over eenzaamheid voor ogen. “Daar schrok ik van”, benadrukt hij. “In Almelo voelde 44 procent van de inwoners zich eenzaam, ongeveer 10 procent ernstig eenzaam. Dat was nog vóór corona.” Initiatiefnemers Mariëlle Oosterhuis van wijksteunpunt TriviumMeulenbeltZorg en Gert Mensink, bestuurder van zorgorganisatie Stichting Thuisteam Twente kregen de gemeente daarom snel mee in de lokale coalitie tegen eenzaamheid ‘Kom Erbij’. Dat richtte zich aanvankelijk vooral op ouderen en dementerenden. “Maar al vrij snel zijn we breder gaan kijken”, vertelt Mensink. “Want eenzaamheid zie je bijvoorbeeld ook vaak bij mensen met een verstandelijke of psychische kwetsbaarheid, die weer terug in de wijk komen. Of bij dak- en thuislozen, mensen met schulden of in armoede, gescheiden mannen. En door corona bij een groeiend aantal jongeren.”

Wethouder Eugène van Mierlo

Brede aanpak van eenzaamheid

Om nog meer lokale partners bij de coalitie te betrekken was er in 2019 een conferentie rond de ‘Week tegen de Eenzaamheid’. “We nodigden de locaties en organisaties uit waar eenzame mensen komen”, vertelt Oosterhuis. “De klussenmarkt, supermarkten, huisartsen, apotheek, voetbalclub, Voedselbank, speelgoedbank, het schoonmaakbedrijf. Die hadden we nodig. Zij zien eenzame mensen die wij niet zien als gemeente, zorginstelling en maatschappelijk werk. Omdat ze de weg naar ondersteuning niet weten te vinden. Of vanwege schaamte.” Die actie zorgde voor zo’n 100 deelnemers aan de conferentie. En veel nieuwe partijen met interesse in de aanpak tegen eenzaamheid. “We gaven ze informatie en we bespraken welke rol ze kunnen hebben in de brede Almelose aanpak van eenzaamheid. Met partijen die een bijdrage wilden leveren hebben we na de conferentie concretere afspraken gemaakt.”

Initiatieven en ontmoeting tijdens corona

Tijdens de coronaperiode moesten Oosterhuis en Mensink improviseren. Ontmoetingsplekken werden gesloten. “Terwijl dat voor veel mensen een belangrijke plek is voor een kopje koffie, praatje, even een krantje lezen. Gelukkig zagen we ook allerlei initiatieven in de stad. Van professionele organisaties, maar ook van inwoners. Online dansgroepen, kaartjesacties, koken voor elkaar. Vanuit ‘Kom Erbij’ zorgden we dat al die initiatieven op het online platform almelovoorelkaar.nl kwamen.” Zodra het kon startte ze weer met de ‘Ontmoetingsdagen’. Een keer per maand, organisatie steeds door een andere partner. “De eerste keer kwamen daar zo’n 100 mensen op af. We zagen een enorme behoefte weer onder de mensen te zijn, na de eerste lockdown.”

Mariëlle Oosterhuis en Gert Mensink, initiatiefnemers van Kom Erbij

Duurzaam signaalpunt voor eenzaamheid

Sinds het eerste kwartaal van 2022 is er ook het ‘Signaalpunt voor eenzaamheid’. Al is het signaalpunt bewust voor meer dan alleen eenzaamheid. Want eenzaamheid, dementie, armoede, dak- en thuisloosheid staan vaak niet los van elkaar. “We willen ook een duurzaam signaalpunt”, benadrukt Mensink. “Niet iets dat binnen een jaar weer weg is. Dat is ook omdat de coronacrisis naar verwachting nog lang doorwerkt in de samenleving.” De waarde van het signaalpunt staat en valt met een goede follow-up van een signaal. Daarbij zetten we ook in op een goede balans tussen professionele en meer informele hulp.

“Dat sluit ook aan bij de wens van de gemeente zo licht mogelijk ondersteuning en oplossingen te bieden aan mensen. En zoveel mogelijk mensen te activeren”, aldus van Mierlo. “Met informele ondersteuning en kleine dingen bereik je soms al veel”, is nu al de ervaring van Oosterhuis. “We zien eenzame mensen die weer gaan participeren, bijvoorbeeld als vrijwilliger bij de inloop. Een ander voorbeeld is iemand die uit de Wmo ondersteuning kwam en taalcoach werd. Als we die beweging versterken betekent dat wezenlijke besparingen op gezondheidszorg en gemeentelijke kosten.”

Informele ondersteuning hard nodig

Gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties staan voor enorme opgaven in het sociaal domein. Niet alleen door corona, maar bijvoorbeeld ook door vergrijzing en dementie. Mensink: “De professionele organisaties kunnen de vraag naar ondersteuning straks niet meer aan. En de overheid kan al die zorg en ondersteuning straks ook niet betalen. Informele ondersteuning door vrijwilligers en participatie van netwerkpartners en bedrijven is hard nodig. Als je dat kunt mobiliseren en als je zo’n beweging in de samenleving krijgt, gaan professionele zorgorganisaties meebewegen.”